13. Stenen uit zee (1)


[stenen nr. 13A, 13B en 13C]
Op aarde zijn er grote stukken land. We noemen ze WERELDDELEN of CONTINENTEN. Maar het grootste gedeelte van de aarde is bedekt met water. We weten nog niet precies hoe het water op aarde kwam. In de begintijd van de aarde vielen er voortdurend stenen en brokken puin vanuit de ruimte op aarde. Meteorieten. In die brokstukken zat ook water. Ontelbare meteorieten konden heel veel water meebrengen. Ook alle vulkanen op aarde hielpen mee. Ze spuugden gas en waterdamp uit. De waterdamp viel als regenwater weer naar beneden. Er kwam zoveel water uit meteorieten en uit vulkanen, dat er ZEEËN en OCEANEN ontstonden. In die zeeën krioelde het van levende wezens.
Stenen 13A: Wat zijn dat voor vreemde dingetjes? Het zijn tanden! Ze komen uit de bek van een haai! Die haai leefde lang geleden. Hij had een griezelige grote bek, vol met zulke tanden. Als een tand kapot of versleten was, kwam er meteen een nieuwe voor in de plaats. Die haai had altijd reservetanden. Toen de haai doodging, bleef er niet veel van hem over. Maar wel zijn tanden. Die zonken naar de zeebodem. Op sommige plekken liggen er miljoenen HAAIENTANDEN, van miljoenen haaien. Die tanden noem je FOSSIELEN.
Een fossiel is iets wat overblijft van planten of dieren die lang geleden leefden. De grote bruine haaientand komt uit Marokko. De zwarte tanden komen uit Cadzand in Zeeland. Daar kun je aan het strand haaientanden zoeken. Er zijn er nog genoeg. Maar kijk uit! Haaien zijn nog lang niet uitgestorven… (grapje)

Steen 13B: Je raadt het al, deze steen is eigenlijk een schelp. Een schelp met twee kleppen. Heel lang geleden woonde in deze schelp een zeebeestje, een SCHELPDIER. Toen hij nog leefde deed hij af en toe zijn klepjes open. Dan kwam er zeewater naar binnen. Daar haalde het schelpdier voedsel en zuurstof uit. Het beestje is al lang dood. Zijn huisje, de schelp, bleef over en werd opgevuld met zand. Het is nu een fossiel.

Steen 13C: Een grijze halve bol, met wat harde, zwart-witte stukjes eraan. Wat zou dat zijn?
De bol was ooit het huis van een zeebeestje, een ZEE-EGEL. Aan de buitenkant was de bol bedekt met een massa gemene stekels. Die zijn er al lang geleden afgevallen. De zee-egel is ook al lang dood. Alleen zijn huisje is overgebleven. Dat huisje was ooit van kalk, maar de kalk is veranderd in VUURSTEEN. Ook de zwart-witte stukjes zijn vuursteen. De zee-egel is nu een fossiel.

 

WIL JE LUISTEREN NAAR HET VERHAAL OP DEZE PAGINA?
KLIK DAN OP DE AUDIOSPELER HIERONDER ↓


Klik hier om een pagina te kiezen

.