18. Stenen uit het bos

[stenen nr. 18A, 18B, 18C]
Toen de aarde nog iets ouder was, begonnen er ook bossen te groeien. Geen bossen zoals in deze tijd. Er stonden heel andere bomen en planten dan wij nu kennen. Veel planten leken op VARENS. Maar deze varens konden zo groot als bomen worden. Boomvarens.
In sommige bossen kon je nauwelijks lopen, de bodem stond vaak onder water. Het waren moerasbossen. Bomen en planten die doodgingen vielen in het water. Ze werden bedekt met stinkende modder en nog meer rottende planten. En daarbovenop groeiden weer nieuwe planten.
Zo ging dat maar door, miljoenen jaren lang. De dikke laag modder met al die dode bomen en planten erin veranderde langzaam in steen. STEENKOOL (Kijk ook naar steen 6b). In steenkoollagen kun je nog steeds stukjes vinden van die oude varens.

Steen 18A is niet echt steenkool, maar hij komt wel uit een steenkoolberg. Op de steen zie je een afdruk van een varenblaadje. Alsof het geschilderd is! Nu is het een fossiel.

In sommige bossen groeiden NAALDBOMEN (of CONIFEREN). In plaats van bladeren hadden ze groene naalden. Ook onze dennenbomen zijn naaldbomen. Als een boom doodging viel hij om en kwam hij in het zand terecht. Dan werd hij helemaal met zand overdekt. In het zand veranderde het hout soms in steen. VERSTEEND HOUT.

Steen 18B is een takje van zo’n oude naaldboom of conifeer. In het zand verging het hout. Maar de vorm van het takje werd opgevuld met zand waar ook een beetje ijzer in zat. Het ijzer ging roesten, het werd steen. De vorm van het takje werd een fossiel. Maar je kunt nog goed zien dat het een dennentakje is geweest. Het andere takje komt van een dennenboom van nu. Leg ze naast elkaar. Zie je dat ze op elkaar lijken?

Uit sommige bomen en planten komt een kleverig sap. Dat sap heet HARS. Stof, vliegjes en andere kleine beestjes plakken eraan vast. Na een tijdje wordt de hars hard.

Steen 18C is een stukje hars van een oude boom. Het plakt niet meer, want het is hard geworden. Het heet KOPAL (*). De steen is een beetje doorzichtig. Wat zie je daar? Er zitten binnenin een paar kleine beestjes. Vliegjes of muggen. Ze vlogen lang geleden langs de boom. Totdat ze opeens vastplakten!
(*) Heel oude fossiele hars heet BARNSTEEN. KOPAL is meestal minder oud.
Pak uit de kist een LOEP (vergrootglas). Met de loep kun je de beestjes nog beter bekijken.

 

WIL JE LUISTEREN NAAR HET VERHAAL OP DEZE PAGINA?
KLIK DAN OP DE AUDIOSPELER HIERONDER ↓


Klik hier om een pagina te kiezen

.